Informatie voor kinderen
Hoi, wat leuk dat je mijn bericht leest!
Ik ben Dieke Polstra en noem mezelf de blijlesjuf. Die naam is ontstaan door een foutje. Ik typte het woord bijlessen in en het werd per ongeluk “blijlessen”. Dat vond ik meteen zo leuk dat ik deze naam heb gekozen voor mijn bijlessen.
Zo zie je maar waarom fouten maken belangrijk is, daar leer je namelijk het meeste van.
Toen ik juf was op een basisschool, merkte ik al dat sommige kinderen wat meer tijd nodig hebben. Of de uitleg nog een keertje horen. En weet je? Jouw meester of juf doet ontzettend zijn of haar best, dat weet ik gewoon. Alleen zitten er bij jou in de klas vaak wel meer dan 25 kinderen.
En je juf of meester moet alle kinderen helpen. Er is lang niet genoeg tijd om dat te doen.
Daarom heb ik besloten om bijlessen te gaan geven. Omdat ik merk dat dat nodig is voor een aantal kinderen.
Zo kun jij aangeven wat je nog moeilijk vindt. We oefenen die onderdelen op allerlei manieren.
Bijvoorbeeld met het spelen van een spel, dat is erg leuk om te doen, En je leert er veel meer van dan je zou denken.
Of we tekenen dingen, door te tekenen snap je het soms makkelijker.
Maar ook door te bewegen, dat is ook een fijne manier om dingen te leren.
– als je een toets moet maken en je denkt soms wat te moeilijk waardoor je vergissingen maakt.
– als je zo lang over die toets doet.
– als je liever niet teveel aan de juf wilt vragen, omdat je vindt dat je het allang zou moeten snappen.
– als je niet graag naar school gaat.
– als je je verdrietig voelt omdat je niet begrepen wordt.
Je ouders bellen/appen/ mailen mij voor een afspraak.
Jouw ouders kennen jou heel goed en kunnen mij vertellen wat jij lastig vindt of wat je juf heeft gezegd.
Dan maken we een afspraak voor de eerste bijles. Dat kan bij jou thuis zijn, maar ook bij mij thuis of op een andere plek. Net wat jij het fijnste vindt.
Als je de eerste bijles prettig en leerzaam vond, maken we weer een nieuwe afspraak. Dat spreek ik af met je ouders.
Na ongeveer 4 keer stuur ik een verslag naar je ouders, en vaak ook naar je juf.
Zo weten zij precies wat we gedaan hebben, en wat zij zelf thuis kunnen doen om jou te kunnen helpen.
Meestal kom je een aantal keer. Als je de moeilijkheid inmiddels snapt, zijn er misschien nog andere onderdelen waaraan je wilt werken.
Als dat niet zo is, dan ben je klaar met de bijles. Vaak kun je dan op school al merken dat je weer verder kunt met nieuwe onderdelen en kun je toetsen ook beter maken.